Genius Podcast – Intelligent omgaan met artificiële intelligentie
Artificiële intelligentie kent geen geheimen voor de twee gasten van deze Genius podcast. Caroline van Cauwelaert is CEO van EPCON en kan met behulp van AI belangrijke voorspellingen doen over het risico op tuberculose in ontwikkelingslanden. Zij zit tegenover Wim Casteels, die onderzoeker en coördinator is van de afstudeerrichting AI aan AP Hogeschool. Het werkveld en het hoger onderwijs worden vandaag letterlijk dichter bij elkaar gebracht, met ongeveer een tafelbreedte afstand. Ook figuurlijk is de roep naar samenwerking groot.
Talrijke toepassingen
Allereerst loodst Wim ons door de geschiedenis van het containerbegrip AI, dat door de jaren heen verschillende betekenissen gehad heeft. In de jaren 70 dacht men nog dat artificiële intelligentie zoveel was als een expertsysteem waar de programmeur zelf alle logica in moest steken. Later zijn we via ‘machine learning’ of het besef dat het systeem zelf ook relaties kon herkennen, uitgekomen bij generatieve AI. Wim vertelt ons wat dit precies inhoudt en welke toepassingen we tegenwoordig kennen.
Ook voor de bedrijfswereld worden verschillende toepassingen gecreëerd. Caroline legt uit op welke manier AI bij EPCON ingezet wordt. EPCON heeft als doel om het aantal patiënten met tuberculose te doen dalen in ontwikkelingslanden. Dit is immers een ziekte die hard inhakt op de gezondheid: elk jaar sterven er nog 1,5 miljoen mensen aan. EPCON levert dus de tool, de software aan het lokale gezondheidsteam waardoor zij weten waar de hotspots zijn en waar ze bijgevolg de meeste patiënten kunnen vinden. Zo weten de lokale teams waar de nood het hoogst is om zo efficiënt mogelijk de strijd tegen tuberculose aan te gaan.
Voorstanders, mensen in tweestrijd en angsthazen
Caroline: “Ik ben zelf een groot voorstander van de AI-revolutie waarin we ons momenteel bevinden. Ik ben absoluut niet angstig, maar het is natuurlijk wel een uitdaging op hiermee om te gaan in bepaalde domeinen. Toch ben ik meestal hoopvol en positief.”
Ook in het hoger onderwijs ziet Wim gemengde reacties: “Je kan er niet omheen dat AI populair is bij studenten. Op Google Trends zie je dat de populariteit van ChatGPT stijgt aan het einde van de zomervakantie, wanneer studenten er terug meer gebruik van maken. Mensen weten ook nog niet altijd goed hoe ze ermee moeten omgaan. Ook wij zitten in een tweestrijd: we willen studenten de skills meegeven, maar we zijn niet geneigd om studenten er altijd gebruik van te laten maken. Het blijft natuurlijk wel belangrijk dat studenten basisvaardigheden aangeleerd krijgen, en dit lukt niet als ze ChatGPT gebruiken. Afhankelijk van het vak zie je dat ChatGPT soms omarmd wordt, en soms geband.”
Gaat AI ons jobs kosten?
Caroline licht toe: “Dit is een idee-fixe dat de mens altijd al gehad heeft. Toen de eerste tractors er kwamen, dacht men ook dat er geen mensen meer nodig zouden zijn om het land te verbouwen. Toch slagen we er telkens in om steeds meer jobs te creëren dan er verloren gaan. Ik denk dat we vooral veel hoogopgeleiden nodig gaan hebben om met toepassingen van AI om te kunnen gaan. We moeten in België en in Antwerpen de ambitie hebben om de lat hoog te leggen.”
“Er zijn toepassingen van AI in zoveel sectoren, dit moet zich wel vertalen naar het onderwijs”, vult Wim aan. “We moeten studenten de skills meegeven en bewuster maken van wat er gaande is. Deze disruptieve nieuwe technologie heeft een impact op quasi alle sectoren. Hier moet dus in álle opleidingen aandacht aan besteed worden. Voor veel opleidingen is dit een zoektocht: de technologie evolueert dan ook zeer snel en nog niet iedereen is hierin mee.”
De kracht van samenwerking
Een goede samenwerking tussen het werkveld en het onderwijs lijkt onmisbaar om met deze nieuwe technologieën om te kunnen gaan. Caroline kadert de vraag vanuit het werkveld.
Wim bevestigt hoe belangrijk een nauwe band is: “We proberen de opleiding AI inderdaad al samen vorm te geven met het werkveld. Zo kunnen de studenten de relevante skills aanleren. Bovendien willen we studenten een inkijk geven in waar ze terecht kunnen komen, dit doen we door middel van stages, projecten met externe opdrachtgevers en gastlezingen. Ook doen we praktijkgericht onderzoek waarin we constant op zoek zijn naar contacten binnen het werkveld. De link tussen het onderwijs en het werkveld is volgens mij het sterkst wanneer studenten iets dat ze ontwikkeld hebben op vlak van AI moeten toepassen op een nieuwe context uit het bedrijfsleven.”
Caroline: “Wim, we bellen elkaar nog.”
Ook de stad Antwerpen zet in op verschillende initiatieven om samenwerking te faciliteren. Kruisbestuiving wordt mogelijk gemaakt door samenwerkingsruimtes aan te bieden aan start-ups. Antwerpen stelt bovendien elk jaar een groot budget ter beschikking om lokale bedrijven te stimuleren aan innovatie te doen. In Antwerpen werken is voor Caroline dus een groot voordeel.
Toekomstperspectieven
Caroline: “Ik verwacht dat de hype wat zal gaan liggen. AI zal in elk vakgebied een plaats vinden, maar alles gaat wat meer normaliseren. Het zal ook duidelijker worden voor welke toepassingen het nu echt een grote toegevoegde waarde is.”
Wim: “Er is altijd één constante geweest en dat is dat er op voorhand niet voorspeld kon worden wat er ging gebeuren. Een jaar geleden was er nog geen sprake van ChatGPT, maar nu is het bijna niet meer weg te denken uit onze samenleving. Ik denk dat er nog verrassingen gaan komen in de toekomst en ik ben vooral benieuwd naar uit welke hoek dat gaat zijn. Vooral op juridisch vlak denk ik dat er de komende tijd veel gaat bewegen. Bedrijven kunnen momenteel nog doen wat ze willen, maar Europa werkt aan een ‘AI Act’. Dit is een moeilijke balans tussen stimuleren en reguleren, en ook ethische ondersteuning is belangrijk. Je wil vooral innovatie niet gaan hinderen. Een andere donkere zone binnen het juridische aspect die nog uitgeklaard zal moeten worden, is het verkrijgen van alle nodige data om AI-modellen te voeden. Auteursrecht speelt hier een belangrijke rol in.”
Caroline geeft nog een andere bezorgdheid mee.”
“De grote AI-modellen zijn erg geconcentreerd binnen een paar bedrijven”, voegt Wim nog toe. “Hun voornaamste doel is niet om de mensheid beter te maken, maar zij denken natuurlijk vooral aan hun eigen businessmodel. De overheid zal hierin zeker een regulerende rol moeten spelen.”
Wim sluit af met nog één laatste advies.